Orgel


Het orgel is in de jaren 1814-1818 gebouwd door orgelmaker Garstenhouer uit Monnickendam. In de jaren daarvoor had hij reeds twee orgels in Monnickendam gebouwd. Vermoedelijk is dit orgel ook in zijn geheel in Monnickendam gemaakt; in juni 1818 werd het feestelijk ingehaald op Texel. Door zijn voortijdig overlijden heeft Garstenhouer de afbouw van het orgel op Texel jammer genoeg niet kunnen meemaken. Het orgel is afgebouwd door orgelmaker Hillebrand uit Leeuwarden. Het snijwerk van de orgelkast heeft overeenkomst met dat van Strumphler die in dezelfde tijd leefde als Gerstenhauer. Verder bevat het front grotendeels houten imitatie pijpen. Het orgel heeft één manuaal, een aangehangen pedaal en de volgende 12 registers:

bourdon 16 voetOrganist Dyo Wassink
sexqualter 2 sterk
prestant 8 voet
supperoctaaf 2 voet
holpijp 8 voet doorlopend
mixtuur 3 sterk
fluit travers 8 voet
fluit d’amour 4 voet
quint 3 voet
tremulant
octaaf 4 voet
trompet 8 voet.

In 1934 is er een windmachine geplaatst door de firma Standaard uit Schiedam. In 1953 werd het orgel gerestaureerd en geheel opnieuw geïntoneerd in de destijds zeer in zwang zijnde neobarokstijl. Eind jaren 80 was het orgel weer aan een grondige restauratie toe. Dit is gebeurd in 1991/92 door de orgelbouwer Mense Ruiter te Zuidwolde. Het pijpwerk is toen opnieuw geïntoneerd met als resultaat dat de klankverhouding van de registers onderling veel beter is geworden. Het geheel klinkt als herboren: voller van toon en meer draagkracht. Jammer dat bij de laatste restauratie het instrument niet is uitgebreid met een zelfstandig pedaal.

terug

Zondagsbrief


Tentoonstelling / Ausstellung / Exhibition


De toren beklimmen / Turmbesteigung / Climbing the tower


Binnenkort in De Burght